- Je hebt een vertrouwenwekkende uitstraling. Je bent toegankelijk, hebt geen muurtje om je heen. Je bent alert en straalt rust uit. Je hebt aandacht voor dat waar je mee bezig bent. Je houding is rechtop. Je straalt autoriteit uit. Je ziet er verzorgd uit. Je kleding past bij jou als persoon en bij de situatie. Hetzelfde geldt voor je kapsel. Gedurende de gehele opleiding en specifiek tijdens de presentatie en het eindgesprek kleed je je representatief.
- Je laat jezelf zien en je neemt verantwoordelijkheid. Je weet ook waar jouw verantwoordelijkheid ophoudt. Je kunt dus grenzen stellen.
- Je hebt zelfkennis, je kent je sterke punten en weet ook wat je zwakke kanten en valkuilen zijn. Het is belangrijk om met de zwakke kanten en valkuilen niet krampachtig om te gaan. Als je iets niet kunt of weet, zoek je iets of iemand die je daarbij kan helpen. Je weet wat je nodig hebt om in balans te blijven.
- Je bent bereid kritisch naar jezelf te kijken, je staat open als anderen jou iets willen leren en je bent bereid iets in beweging te zetten.
- Je bent in staat af te stemmen op de verschillende situaties die zich voordoen. Er bestaan namelijk verschillen in de mate waarin mensen open willen en kunnen zijn, er zijn verschillen in reageren bij verwacht en onverwacht overlijden en in omgangsvormen bij diverse sociale milieus. Ook ben je in staat om af te stemmen op andere professionals waarmee je te maken hebt (zoals chauffeurs, mortuarium- en crematoriummedewerkers). Je krijgt te maken met verschillende belangen en visies.
- Je bent in staat om te gaan met stress. Een uitvaart wordt per definitie in een beperkt aantal dagen georganiseerd. Steeds is er de tijd die dwingt om beslissingen te nemen (zoals de sluitingstijd voor het aanleveren van een advertentie, het gegeven dat wie het eerst komt, het eerst maalt: bij reserveringen in het crematorium, op de begraafplaats, voor auto’s). Van belang is dat je prioriteiten stelt. Ook wanneer je alles tot in de puntjes hebt georganiseerd, kan er altijd iets mis gaan (files, spreker neemt veel meer tijd dan afgesproken, techniek laat het afweten). Het is belangrijk om niet in paniek te raken, maar om kalm te blijven en gepast te handelen.
- Het grootste deel van je werk bestaat uit organiseren. Nodig is om diverse mensen te bellen, tijdstippen met hen af te spreken en die tijdstippen op elkaar af te stemmen, om activiteiten te coördineren en mensen te instrueren, om formulieren in te vullen, te mailen, draaiboeken te maken en die weer aan te passen. Je houdt overzicht over de diverse activiteiten en je blijft scherp op de onderlinge verbanden.
- Als uitvaartbegeleider dien je flexibel te zijn, mee te kunnen bewegen in dat wat nodig is. Dit geldt enerzijds voor het werk zelf. Als er een bepaald draaiboek is afgesproken terwijl er ter plekke iets anders nodig blijkt te zijn, mag het niet de uitvaartbegeleider zijn die de zaak tegenhoudt. Aanpassingen moeten kunnen, echter wel binnen redelijke marges. Anderzijds geldt flexibiliteit ook wat betreft je inzetbaarheid in het werk. Bedrijven hanteren verschillende systemen. Als er met roosters wordt gewerkt, zijn de werktijden vastgesteld. Toch kan het prettig zijn als de uitvaartbegeleider daar niet al te star aan vast wil houden. Bij kleinere bedrijven geldt vaak een grote mate van oproepbaarheid. Het is belangrijk om daarmee om te leren gaan.
- Details zijn van het grootste belang. Het gaat erom dat je de puntjes op de i zet in attentheid naar de naasten, in organisatie en in vormgeving. Aandacht is hierbij essentieel; in het hier en nu zijn. Je hebt een fijngevoeligheid voor symbolen en rituelen. Om kunnen gaan met stilte is daarbij erg belangrijk.
- Wat betreft je mondelinge uitdrukkingsvaardigheid: je bent goed verstaanbaar en je kunt kernachtig formuleren. Je spreekt en schrijft correct Nederlands.
Deze tien componenten van de beroepshouding worden gedurende de opleiding gemeten. Dat wat je laat zien tijdens de plenaire bijeenkomsten vormt hiervoor de basis. Uitgangspunt in onze opleiding is immers dat je jezelf als persoon meeneemt in het vak. Dat doe je niet alleen als je als uitvaartbegeleider aan het werk bent, maar ook als je als student deelneemt aan de opleiding. Het is van belang dat de student zich dit uitgangspunt realiseert.